Inleiding

Van de familie Plas  mogen wij uit hun boek: Religieus Erfgoed in Groningen, Oude kerken in de Ommelanden (2008) het stuk plaatsen dat zij hebben geschreven over De Olle Kerk. Dhr Wim Plas en zijn zoon Harm beginnen hun verhaal met de beschrijving van een bezoek aan de kerk als kerkganger van nu op 1 september 2002:

Dit was een bijzonder kerkbezoek, omdat het voor ons bekend terrein was. We bezoeken deze kerk regelmatig, omdat we ‘Samen op Weg’ zijn met hervormd Hoogkerk. Onze ‘eigen’ dominee De Hoop ging voor. Hij preekte over de klacht van de discipelen dat ze niet bij machte waren een zieke te genezen, waarop Jezus antwoordde dat een geloof als een mosterdzaadje voldoende was om een berg te verplaatsen (Mattheüs 17: 20). Inderdaad, zo eindigde de pastor zijn preek, je geloof maakt ’t mogelijk in je leven bergen te verzetten.

De kerk is ‘keurig’ gerestaureerd, naar onze smaak té mooi. In het koor zijn zitplaatsen gerealiseerd. De preekstoel is tegen de noordmuur geplaatst tussen schip en koor. Het gevolg van dit alles is dat de aanwezigen elkaar recht in het gezicht kijken, maar dat went wel. Al met al was het een mooie zondagmorgen.

De kerk van ‘Alta Ecclesia’ (kerk op de hoogte) zoals vroeger (hééél vroeger) Hoogkerk ook wel eens genoemd werd, wordt op de beschrijving ‘een parel aan de gouden rand van Groningen’ genoemd. Dat mag best, maar dan met uitzondering van de ons inziens lelijke westmuur.

 

 

 

Dorp

Hoogkerk herinnert in weinig meer aan het agrarische dorp dat het ooit geweest is. Het middeleeuwse dorp is ontstaan op een zandrug en lag eeuwen lang rustig in de schaduw van de stad. Pas in de 19e eeuw vonden industrieën hun weg naar dit dorp waardoor het karakter voorgoed veranderde en het uiteindelijk niet meer dan een wijk van de grote buur werd. Wat uit de middeleeuwen nog rest is zeer de moeite waard: de romaanse 13e eeuwse kerk, nu vrijwel geheel ingebouwd door moderne bebouwing, maar ooit centraal gelegen. De kerk is waarschijnlijk gewijd geweest aan Maria en de heilige Ulrich. Ulrich was een 10e eeuwse Duitse bisschop, die sterk optrad tegen invallende Hongaren en heilig verklaard werd. Hij wordt meestal afgebeeld zittend op een paard, soms ook met een rat, omdat de grond waarin hij begraven werd een rattenplaag verijdeld zou hebben. Hij is beschermheilige van onder anderen vissers en wevers.[1] Overigens werden ooit Hoogkerkers ook wel in het Gronings ‘mouskoolstronken’ genoemd, de reden hiervan is niet bekend.[2]

 

Exterieur

De kerk heeft een rechthoekig schip met een inspringend en rechtgesloten koor. Men veronderstelt dat de kerk gesticht is door een klooster (waarschijnlijk Aduard), vanwege de grote afmetingen van het oorspronkelijke koor. In abdijkerken hadden de geestelijken zo hun ruimte nodig. Veel van de oorspronkelijk romaanse kerk is bewaard gebleven of weer in oude staat teruggebracht, zoals o.a. de hooggeplaatste rondboogramen. In de muren van het schip en het koor zijn spaarvelden gehandhaafd en doordat het witgeschilderd is, een opvallend boogfries in het oostelijk deel van het schip en rondom het koor. De noordingang is dichtgemetseld, dit was ooit de vrouweningang, de zuidingang was voor de mannen. Op deze manier kwam men in het voor mannen en vrouwen bestemde vak in de kerk terecht.

Vooral de westzijde van de kerk is danig gehavend: door oorlogshandelingen tussen Groningers en Saksers is een zware toren met zadeldak in 1514 helaas letterlijk te gronde gegaan. Ook de meest westelijke travee raakte hierbij vernield.[3] De in de zestiger jaren van de vorige eeuw volledig in moderne stijl gerestaureerde westgevel van de kerk doet vermoeden dat aanpassing aan de omgeving belangrijker geacht werd dan herstel van een oorspronkelijke stijl. De kerk is tegenwoordig getooid met een dakruiter. De klok is origineel, deze is in 1451 gemaakt en heeft als randschrift de namen van Maria en Ulrik (Ulrich). Bij de afbeeldingen is behalve Maria, ook de zweetdoek van Veronica afgebeeld. Veronica, een volgelinge van Jezus, maakte volgens de legende tijdens de kruisgang zijn gezicht met een doek schoon.[4]

 

Interieur

Een groot deel van het schip en het inspringende, lagere koor van deze eenbeukige kerk, dateert nog uit de vroege dertiende eeuw. De triomfboog tussen koor en schip is herbouwd. In de koorruimte zijn tegenwoordig zitplaatsen gerealiseerd. Ook de geometrische beschilderingen in het koor en schip zijn hersteld. Een deel van het altaar is teruggevonden en herplaatst tegen de oostmuur.

De 18e eeuwse preekstoel is tegen de noordmuur geplaatst tussen schip en koor. De zoldering is geschilderd in een originele en moderne kleurstelling (met groene tinten en rose en balken in donkerrood). Ook modern is de steenmozaïek in de dichtgemetselde noordmuur. Verder zijn er een 19e eeuws doopvont en offerblok aanwezig.

Er is bovendien een weinig voorkomend sacramentshuisje in de noordmuur. Een dergelijk huisje had dezelfde functie als een sacramentsnis, namelijk het bewaren van de hostie, maar stond geheel of gedeeltelijk los van de muur. In de tijd voor de Reformatie stond deze niet te ver verwijderd van het altaar op het koor.

Pas in de jaren ’80 van de vorige eeuw werd het huidige orgel geplaatst. Dit prachtige orgel is afkomstig uit de kerk van het Friese Pietersburen en werd al in 1848 gebouwd.[5]

 

Kerkgangers toen

Blijkbaar hebben bewoners van de nabijgelegen voormalige borg Elmersma zich verbonden gevoeld met de kerk. Zo hadden ze in de kerk een herenbank en ook hebben zich enkelen in de kerk laten begraven. De borg stond ten zuiden van het Hoendiep, niet ver van de plaats waar de latere Gereformeerde kerk gebouwd werd. Onder de bewoners waren ook de Schot William Macdowell en zijn eerste vrouw Bernardina van Fritema. Macdowell, filosoof, was een van de eerste docenten van de Universiteit van Groningen en redger te Hoogkerk. (zie ook kerk Feerwerd) Het echtpaar heeft ook het monumentale pand op de hoek van Vismarkt en de Folkingestraat bewoond.[6] De zerk van Macdowell raakte bij de restauratie in 1912 kapot, maar die van zijn vrouw is onder de preekstoel herlegd.[7]

 

[1] Kalberer A., Lives of the saints, 1983, pag. 239

[2] http://www.groningen-web.nl/geschiedenis/anekdotes-1921---1930/vierverlaten-hoogkerk-gem-groningen/89.html

[3] Deijk, A. van, Romaans vademecum, 2002, pag. 70; zie voor de politieke gebeurtenissen ook: Formsma, W.J. onder redactie van, Historie van Groningen, 1976, pag. 176 ev.

[4] Rots, A en Olde, H. de,  So menichmael ghij hoort den helderen clockenslach., 2005, pag. 84

[5] Brouwer, J.B. Het Groninger orgelbezit van Adorp tot Zijldijk, deel 2, pag. 89

[6] http://www.groningerarchieven.nl/content.php?hoofd_id=3&sub_id=45&subsub_id=49&hofman_id=45644671

[7] Formsma, W.J. onder redactie van, Historie van Groningen, 1976, pag. 169. Zie ook: Bezoekersgids ‘De grote Hervormde Kerk van Hoogkerk’, zn., zj.